Ingrepen en verwijzingen

Ingrepen en verwijzingen

Ingrepen en verwijzingen tijdens de zwangerschap: de ins en outs

Als tijdens je zwangerschap of bevalling een medisch risico ontstaat verwijst je verloskundige je naar de gynaecoloog (‘tweede of derde lijn’). Afhankelijk van de conditie van jou en de baby en de voortgang van je bevalling kan het nodig zijn bepaalde ingrepen toe te passen.

Het RIVM gaf in de ‘Zorgbalans 2014’ weer dat in de Nederlandse ziekenhuizen veel verschil is in het gebruik van ingrepen tijdens zwangerschap of bevalling.

Het gaat hierbij om inleidingen, kunstverlossingen, ongeplande keizersnedes en episiotomie/ knip.

Het rapport gaat niet in op welke ziekenhuizen hoog of laag scoren. De meeste ziekenhuizen maken deze gegevens ook niet openbaar, dit is namelijk niet verplicht.

Behalve dat er grote verschillen zijn in de hoeveelheid ingrepen per ziekenhuis, is er tussen verloskundige praktijken veel verschil in hoeveel vrouwen er in de zwangerschap of tijdens de bevalling verwezen worden naar het ziekenhuis.

Wanneer verwezen moet worden is voor veel indicaties geregeld in landelijke richtlijnen, deze zijn gebundeld in de Verloskundige Indicatie Lijst.

Lokale protocollen en afspraken die verloskundigen uit de eerste lijn (verloskundigen in jouw buurt) maken met de tweede lijn (gynaecoloog) leveren verschillen op maar ook de grootte van de praktijk speelt een belangrijke rol in het aantal verwijzingen per praktijk.

Hoe zit dit en wat kun jij met deze informatie?

Eerst over het aantal ingrepen: in het ziekenhuis wordt, ook bij een normaal verlopende bevalling, sneller ingegrepen dan thuis.

Een van de verklaringen hiervoor is dat artsen vanuit een andere visie worden opgeleid dan verloskundigen. Terwijl verloskundigen zwangerschap en geboorte in principe zien als een normaal en gezond proces kijken artsen eerder naar problemen en risico’s. Hierdoor zijn verloskundigen meer geneigd af te wachten waar artsen ingrijpen.

Het is absoluut niet zo dat ‘iets doen’ altijd beter is dan ‘niets doen’. De verloskundige in het ziekenhuis (‘klinisch verloskundige’ of ‘tweedelijns verloskundige’) probeert ook in een medische omgeving de fysiologie, dus het normale verloop, zoveel mogelijk na te streven. Een mooie ‘brug’ tussen de eerstelijns verloskundige en arts/ gynaecoloog dus.

Het is niet zo dat de hoeveelheid ingrepen alleen dokters aangerekend moet worden. Voor een deel is het ook logisch dat zorgverleners in de tweede lijn meer ingrepen toepassen, zij zorgen namelijk ook voor zwangeren of barenden met een medische indicatie en dus in principe een verhoogd risico voor henzelf of de baby.

Bovendien zijn ook eerstelijns verloskundigen  in het ziekenhuis, bij een poliklinische bevalling, eerder geneigd in te grijpen dan in een thuissituatie.
Naast de opleiding en achtergrond van de zorgverlener speelt dus ook de omgeving een rol in de manier waarop een bevalling begeleid wordt.
Daarbij komt nog de verwachting van de zwangere en haar partner of familie.

Veel vrouwen rekenen er op dat in het ziekenhuis eerder iets gedaan wordt in plaats van afgewacht.

Van het een komt het ander

Je vraagt je misschien af of het nou zo erg is, een (kleine) ingreep in het normale proces. Voorop staat dat ingrepen soms gewoon nodig zijn.

Het grote nadeel van ingrepen is dat je vaak van het een in het ander rolt. Als je bijvoorbeeld aan het CTG (‘hartfilmpje’) of infuus ligt is het lastiger om de weeën op je eigen manier op te vangen.

Je hebt minder bewegingsvrijheid en voelt je misschien letterlijk ‘gebonden’. Hierdoor kan het zijn dat je meer pijn voelt en gebruik wilt maken van pijnstilling.

Bij pijnstilling is vaker weeënstimulatie nodig, bij weeënstimulatie is er een grotere kans op een kunstverlossing of spoedkeizersnede i.v.m. foetale nood (‘stress’ bij de baby) enzovoort.

Als je zonder ‘harde’ medische indicatie bevalt onder medische begeleiding heb je kans dat jouw bevalling ook als riskant wordt aangemerkt terwijl dat misschien niet helemaal terecht is.

Zo heb je meer kans op ingrepen die misschien bij jouw bevalling niet absoluut noodzakelijk zijn, zoals een knip/episiotomie.

Het is natuurlijk lastig aan te tonen wat onnodig is en wat niet, want degene die de knip zet of een andere ingreep doet zal daar zijn of haar redenen voor hebben.
Nogmaals, soms is een ingreep nodig en het is goed dat medische hulp beschikbaar is wanneer nodig.

Jij mag daarnaast ook kritisch zijn!

Vraag als de situatie het toelaat voor een medische handeling plaatsvindt wat er gaat gebeuren, wat de voor- en nadelen zijn en of er verdere gevolgen zijn.

Misschien zijn er andere opties. Als je niet kritisch bent of aangeeft wat je wensen zijn hebben zorgverleners logischerwijs de neiging ‘gewoon’ volgens protocol te werken, dat zijn ze namelijk gewend!

Om bepaalde ingrepen, zoals het gebruik van pijnstilling, te voorkomen zijn er allerlei tips

  • In je eigen omgeving ontspan je vaak het best. Je kunt vrij rondlopen, onder de douche of in bad en je wordt niet afgeleid door in- en uitloop van zorgverleners.
  • In het ziekenhuis ben je te gast en zijn de omgeving en de mensen vreemd. Probeer ook daar dus je eigen ‘nestje te bouwen’ zodat je je meer op je gemak voelt. Door te ontspannen maak je beter je eigen pijnstillers (Endorfines) aan en verloopt je bevalling sneller en gemakkelijker dan wanneer je gespannen bent.
  • Felle lichten, kou, veel in- en uitloop en vreemde gezichten maken het lastiger te ontspannen. Vaak kun je met simpele oplossingen al voor meer ontspanning zorgen, ook in het ziekenhuis.
    Lees hier meer over in dit artikel. Als je het niet ziet zitten thuis te bevallen ben je daar waarschijnlijk ook niet optimaal ontspannen. Hierom is het heel belangrijk dat je bevalt waar jij en je partner zich het fijnst voelen.

Klein maar fijn

Zoals gezegd is er ook verschil in de aantallen verwijzingen tussen verloskundige praktijken. Grote verloskundige praktijken verwijzen hun cliënten vaker  tijdens de zwangerschap en bevalling dan kleine praktijken.
In een onderzoek werden praktijken ingedeeld in drie groepen: klein (1-2 verloskundigen), middelgroot (3-4 verloskundigen) en groot (5 of meer verloskundigen).

In de kleine praktijken waren de minste verwijzingen naar de tweede lijn.
Vrouwen die onder controle waren in een kleine praktijk hadden bovendien tijdens hun bevalling de minste ingrepen. Het gaat hierbij om gebruik van pijnstilling zoals Pethidine of een ruggenprik, weeënstimulatie, kunstverlossingen zoals een vacuümverlossing of keizersnede en een episiotomie/ knip.

In de groep vrouwen die bij een middelgrote praktijk onder controle was nam de hoeveelheid ingrepen toe en in de groep die gecontroleerd werd bij een grote praktijk waren alle aantallen ingrepen het hoogst.

Naast de hoeveelheid ingrepen werd in het onderzoek gekeken naar de ervaring van de vrouwen. De vrouwen waren het meest tevreden en hadden het meest vertrouwen in de verloskundige wanneer zij in een kleine praktijk onder controle waren. Het kennen van degene die bij de bevalling aanwezig is speelt hierbij een grote rol. 2
Niet overal kun je kiezen uit verschillende praktijken, maar als er in jouw buurt meerdere praktijken zijn kun je met deze informatie misschien een betere keuze maken.

Vraag ook naar ervaringen van anderen. Het is zeker niet zo dat verloskundigen in grote(re) praktijken niet goed voor je zullen zorgen!
Wil je weten hoe het ziekenhuis waar jij bevalt of de praktijk die je zwangerschap controleert ‘scoort’ qua verwijzingen en ingrepen dan mag je daar altijd naar vragen.

Dit is niet gek of ‘lastig’.

Als je bepaalde wensen hebt of een geboorteplan, is het handig dit vooraf te bespreken. Zo kunnen de zorgverleners rekening houden met jouw verzoek en weet jij vooraf of bepaalde wensen haalbaar zijn.
Marjolein Mensink, verloskundige en journalist

Super goed voorbereiden op je bevalling kan nu thuis op de bank

Op babyopkomst.tv bieden we je verschillende online bevalcursussen aan. Allen ontwikkeld door medisch professionals.

Onze cursussen focussen zich op kennis, immers als jij weet wat er in je lijf allemaal gebeurt tijdens een bevalling snap je waar je het voor doet én op kunde. Je leert heel goed te ontspannen, krijgt tips en tricks om met de pijn om te gaan en leert welke middelen jij op welk moment van je bevalling kunt inzetten om het hele proces soepeler te laten verlopen.

Bronnen:
Zorgbalans 2014, de prestaties van de Nederlandse gezondheidszorg’, RIVM, september 2014
‘Minder is meer’, Y. Fontein, Tijdschrift Voor Verloskundigen, december 2014

Dit bericht delen of bewaren?

Deel dit bericht via Facebook, Twitter, e-mail of WhatsApp. Later lezen of zelf bewaren? Mail het dan naar jezelf.

Met een zelfverzekerd gevoel bevallen?
In deze cursussen antwoorden op al jouw vragen.