Tweeling

1 eiïg of 2 eiïg?

Er is je verteld dat je zwanger bent van een tweeling. Blijde verrassing of toch flink schrikken? Zijn ze één- of twee eiïg en wat betekent dat? Zijn tweelingen erfelijk? Je leest het allemaal in deze blog

Tweeling

1 eiïg of 2 eiïg?

Er is je verteld dat je zwanger bent van een tweeling. Blijde verrassing of toch flink schrikken? Zijn ze één- of twee eiïg en wat betekent dat? Zijn tweelingen erfelijk? Je leest het allemaal in deze blog

Ongeveer 1,6 % van de zwangerschappen bestaat uit een tweeling

Twee vormen van tweelingen

De 1 eiige tweeling en de 2 eiige tweeling.

Een-eiige tweelingen komen over de hele wereld in dezelfde frequentie voor, twee-eiige tweelingen komen in sommige streken meer voor dan in andere.

Is een tweeling erfelijk?

Een eeneiige tweeling is puur toeval en heeft niets met erfelijkheid te maken, een twee-eiige tweeling is erfelijk.

Hoe een tweeling ontstaat en waarom de ene vorm wel erfelijk is en de andere niet lees je verderop in deze blog.

Ontdekken tweeling

Bij een zorgvuldig uitgevoerde echo is het bijna niet mogelijk om een tweeling te missen. Andere indicaties dat het om een tweeling zou kunnen gaan zijn: overmatig braken, extreem moe zijn, een veel grotere uitzetting van de baarmoeder dan je op grond van de zwangerschapsduur verwacht.

Als je verloskundige de baarmoeder te groot vindt aan het begin van de zwangerschap, zal ze meestal een echo (laten) doen om een eventuele tweeling te ontdekken.

De meeste tweelingen worden "per toeval" ontdekt omdat er dus vroeg in de zwangerschap een echo wordt gemaakt. Voor de meeste stellen is het toch wel even schrikken als ze bij de echo horen dat er twee baby's in de baarmoeder zitten.

Het valt mij op dat veel a.s. vaders het direct leuk vinden, maar dat veel vrouwen toch echt wel even een traantje moeten wegpinken en aan het idee moeten wennen. Voor veel vrouwen duurt het echt wel een paar weken voordat ze het leuk beginnen te vinden. En ook daarna zal er nog regelmatig twijfel zijn, het is ook niet niks als je een tweeling krijgt. Buiten de extra belasting die het vraagt in de zwangerschap, heb je ook na de geboorte je handen vol aan een tweeling en vooral vrouwen die hun eerste kindje krijgen hebben het hier best wel eens moeilijk mee.

Schroom niet om hier ook eerlijk voor uit te komen, je mag je twijfels en angsten best bespreken. Er zijn sites die zich speciaal richten op tweelingen en hun ouders (zie meerling.pagina.nl)

Overzicht onderwerpen
    Gratis Baby op komst pakket

    Schrijf je in en ontvang ons nieuwste magazine, het 9 maanden plan, het handboek Gezond zwanger en nieuws omtrent jouw zwangerschap in je e-mail.

    "*" geeft vereiste velden aan

    1 eiige tweeling of 2 eiiig

    Bepaling of het een 1 eiige tweeling twee-eiig is:

    Als beide kinderen hetzelfde geslacht hebben en ze hebben ieder een eigen vruchtzak met (zoals na de geboorte blijkt) een 4 lagen tussenschot, dan is vlak na de geboorte meestal niet te zeggen of dit een ééneiig of twee-eiige tweeling betreft. Alleen door speciaal onderzoek (bv bloedgroepenonderzoek of DNA onderzoek) is dan met zekerheid te zeggen of het een ééneiige of twee-eiige tweeling betreft.

    Er is echter niets op tegen om het gewoon af te wachten, een ééneiige tweeling vertonen zeer opvallende gelijkenissen in gedrag en uiterlijk. Terwijl een twee-eiige tweeling niet meer op elkaar lijkt dan iedere broer of zus.

    1 eiige tweeling

    Bij een 1 eiïge tweeling is er sprake van 1 eicel, bevrucht door 1 zaadcel, net zoals dit in een gewone zwangerschap gebeurt.

    Echter, vlak na de bevruchting splits de bevruchtte eicel zich in twee identieke delen, die ieder apart verder gaan ontwikkelen.

    Waarom die splitsing plaatsvindt weten we niet, het lijkt puur toeval te zijn en is in ieder geval niet erfelijk.

    Een één eiïge tweeling is genetisch exact gelijk en hebben altijd hetzelfde geslacht!

    Het moment waarop de splitsing plaatsvindt bepaalt of de tweeling ieder een eigen vruchtzak heeft of dat ze vruchtzak en placenta delen.

    Tweeling, 1 Of 2 Eiig, Dit Is Het VerschilZeer vroege splitsing:
    Als de bevruchtte eicel zich in de eerste 3 dagen na bevruchting splitst ontwikkelen de vruchtjes zich net als bij een twee eiïge tweeling, ze hebben ieder een eigen vruchtzak en placenta. (afbeelding A)

    Late splitsing:
    Als de bevruchtte eicel zich tussen dag 4 en dag 8 splitst dan zitten ze samen in 1 vruchtzak, het chorion. Tussen de 2 foetussen in zit nog wel het binnenste vlies, ze zijn dus wel van elkaar gescheiden door een dun vlies en belemmeren hierdoor elkaars ontwikkeling niet. We noemen deze vorm monochoriale tweelingen. (afbeelding B)

    Monochoriale tweelingen delen 1 placenta en hebben gezamenlijke vaatverbindingen waardoor ze bloed met elkaar uitwisselen.

    Dit brengt het risico met zich mee dat de ene baby meer bloed krijgt dan de andere, het Twin-to-Twin Transfusiesyndroom, officieel het Transfuseur-tranfusé syndroom geheten, waarover je bij complicaties meer kunt lezen.

    Een heel enkele keer splitst het embryo zich nog later dan 8 dagen na de bevruchting. Dit  is echt zeldzaam, maar als dat voorkomt dan delen de 2 foetussen niet alleen de buitenste vruchtzak, maar hebben ze ook gen binnenste vlies wat ze scheidt. Ze liggen dus echt samen in één vruchtzak en kunnen elkaar aanraken zonder dat er een vlies tussen zit. Het gevaar bestaat dat de navelstrengen van deze 2 baby's met elkaar verstrengeld kunnen raken wat bij de geboorte een probleem kan geven. (afbeelding C)

    Twee eiige tweeling

    Bij een twee eiige tweeling is er sprake geweest van een dubbele eisprong.

    Normaal gesproken komt er tijdens de eisprong 1 eitje vrij, maar het kan dus voorkomen dat er een dubbele eisprong plaatsvindt met als gevolg 2 eitjes die beiden bevrucht kunnen worden.
    Bij een twee-eiige tweeling worden de 2 eitjes afzonderlijk bevrucht door 2 verschillende zaadcellen.

    De baby's zijn chromosomaal dan ook niet identiek aan elkaar. Ze lijken niet meer op elkaar dan iedere andere broer en zus doen, zowel qua uiterlijk als chromosomaal.
    Twee-eiige tweelingen komen in sommige families vaker voor.

    Het krijgen van een twee-eiige tweeling is erfelijk bepaald.

    Vrouwen die op hogere leeftijd een kind krijgen en vrouwen die veel kinderen krijgen hebben ook een hoger kans op een twee-eiige tweeling.

    Een twee-eiige tweeling heeft ieder een eigen placenta (hoewel die wel vaak met elkaar vergroeien en dit met het blote oog niet altijd zichtbaar is) en een eigen vruchtholte met een dubbel tussenschot.
    Het tussenschot bevat 2 lagen chorionvlies (van iedere baby 1) en 2 lagen amnionvlies. Een twee-eiige tweeling kan hetzelfde geslacht hebben, maar het kan ook een jongen en een meisje zijn.Tweeling, 1 Of 2 Eiig, Dit Is Het Verschil

    A; Er zijn 2 placenta's en het tussenschot tussen de baby's bestaat uit 4 lagen. Dit kan zowel een één- als een twee-eiige tweeling zijn.

    B: Er is 1 placenta en het tussenschot tussen de baby's bestaat uit 2 lagen. Dit is altijd een één-eiige tweeling

    C: Er is 1 placenta en er is geen tussenschot, dit is altijd een één-eiige tweeling

    Vaker complicaties tweeling zwangerschap

    Een tweeling zwangerschap kent iets meer complicaties dan een éénling zwangerschap.

    Dit is dan ook één van de redenen dat je onder controle zult zijn van een gynaecoloog als je zwanger bent van een tweeling. De groei van de baby's is, in tegenstelling tot een éénling zwangerschap, uitwendig bijna niet te beoordelen, door regelmatig echo's te maken wordt de groei gecontroleerd. De bevalling van een tweeling moet altijd in het ziekenhuis plaatsvinden.

    Complicaties die vaker voor komen bij een tweeling zwangerschap

    • Overmatig braken
      Hoewel overmatig braken lang niet altijd een teken hoeft te zijn van een tweelingzwangerschap, komt dit wel vaker voor bij tweelingzwangerschappen. Men denkt dat dit wordt veroorzaakt doordat het lichaam ook meer zwangerschapshormoon (het HCG) produceert. Sommige vrouwen zijn erg gevoelig voor het HCG en bij een tweeling heb je dus meer HCG en dus vaker overmatig braken. Voor tips en adviezen over misselijkheid klik hier.
    • IJzer, mineralen en vitaminen tekort
      Een tweelingzwangerschap vraagt veel van het lichaam van de aanstaande moeder. Hierdoor kunnen makkelijk allerlei tekorten ontstaan, waaronder een tekort aan ijzer. Vaak wordt er dan ook al vroeg gestart met het voorschrijven van ijzertabletten. Ook foliumzuur en allerlei andere mineralen en vitaminen kom je makkelijk te kort als je zwanger bent van een tweeling.
      Het advies is dan ook om, vanaf het moment dat je weet dat je zwanger bent van een tweeling, direct te beginnen met multivitaminen tabletten. Let wel op dat je multivitaminen speciaal voor zwangere vrouwen koopt. Let ook extra goed op je voeding. Met de juiste voeding kun je veel klachten voorkomen.
    • Hoge bloeddruk
      Hoge bloeddruk komt in een meerling zwangerschap vaker voor dan in een éénling zwangerschap.
    • Bewegingsbeperkingen
      Een tweeling zwangerschap valt veel vrouwen zwaar, vooral lichamelijk. Hoewel het zeker niet zo is dat je twee keer het gewicht van een éénling mee moet dragen (tweelingen zijn bijna altijd een stuk lichter bij geboorte dan éénlingen), heb je toch een flinke extra belasting met je mee te dragen. Soms kan dit resulteren in al vroeg allerlei klachten aan het bewegingsapparaat.
      Bandenpijn, rugklachten, een pijnlijk bekken, zwangerschapsischias komen vaker voor bij tweelingzwangerschappen.Mocht je al vroeg in de zwangerschap dit soort klachten hebben, overweeg dan om een zwangerschapspantybroekje te kopen. Dit zijn broekjes waar verstevigende banden in zitten die je buik en onderrug extra steun geven, hierdoor hangt je buik minder aan je banden en spieren en hebben veel vrouwen beduidend minder klachten. Deze broekjes zijn te koop bij o.a. Livera.

    Groeivertraging tweeling

    Vanaf ongeveer 30-32 weken zijn de gemiddelde gewichten van een tweeling lagen dan van een éénling.

    Dit wordt veroorzaak doordat er per kind meestal een kleinere placenta (die zorgt immers voor de voedseldoorgifte aan de kinderen) is.
    Gemiddeld wegen tweelingen, als ze bij 37 weken geboren worden, rond de 5 pond. De groei in de baarmoeder kan alleen gecontroleerd worden door middel van echocontrole.
    Aan de buik is bijna niet te voelen of beide kinderen voldoende groeien.

    Bij onvoldoende groei wordt er, naast de echo ter controle van de groei, vaak ook een doppler onderzoek gedaan. Dit is een specialistische echo waarbij de doorbloeding in de navelstreng wordt gemeten. Hiermee kan men bepalen of beide kinderen voldoende voeding krijgen (een ongeboren baby krijgt immers voeding via het bloed door de navelstreng). Blijkt uit echo-onderzoek dat één of beide kinderen echt te weinig te groeien, dan zal je gynaecoloog meestal een opname in het ziekenhuis adviseren.

    Bedrust zorgt er vaak voor dat de baby’s beter kunnen groeien en door de opname in het ziekenhuis kan de conditie van de baby’s beter in de gaten gehouden worden.
    Dagelijks wordt er een CTG (hartfilmpje) gemaakt en meestal wordt er iedere week of twee weken een echo (inclusief doppler meting) gedaan. Als blijkt dat de conditie van één van de kinderen achteruit gaat wordt dit met jou besproken. Bij een zwangerschap van meer dan 33 weken wordt dan bijna altijd gekozen om de zwangerschap te beëindigen middels een keizersnede of een inleiding.

    Bij een zwangerschap onder de 33 weken is het soms heel moeilijk om de juiste keuze te maken, vooral als één van de baby’s het minder goed doet, terwijl het met de ander prima gaat. Er moet dan een keuze gemaakt worden.

    De bevalling inleiden of een keizersnede is de beste optie voor de baby waar het niet zo goed mee gaat, maar voor de baby waar het goed mee gaat is de beste optie om nog wat langer in de baarmoeder te blijven. De longen zijn immers nog niet rijp en ook de darmen, het slikmechanisme en de temperatuurregeling zijn nog lang niet klaar om geboren te worden. Meestal worden er dan corticosteroïden gegeven, dit bevordert de longrijping van de baby’s

    Vroeggeboorte tweeling

    Vroeggeboorte (dus voor de 37 weken) komt bij tweelingen veel vaker voor dan bij éénlingen.

    Doordat de baarmoeder erg overrekt wordt door de tweeling kan er eerder weeënactiviteit optreden. Bij een dreigende vroeggeboorte word je meestal ter observatie in het ziekenhuis opgenomen en als het echt te vroeg is (voor de 35 weken) zal men meestal proberen de bevalling te remmen met behulp van medicijnen.

    Baby's die te vroeg geboren worden kunnen o.a. problemen hebben met hun darmen, temperatuur en met de ademhaling. Ook de zuigreflex is vaak nog niet voldoende ontwikkeld waardoor het zelf drinken nog niet lukt. Dit zijn de meest bekende oorzaken waardoor te vroeg geboren baby's op de couveuse-afdeling terechtkomen.

    Over het algemeen kan je aanhouden dat je baby's net zolang in het ziekenhuis moeten blijven als dat ze te vroeg geboren zijn. Wordt een tweeling gemiddeld bij 37 weken geboren, maar worden jouw baby's bij 35 weken geboren, houd dan rekening met minimaal 2 weken opname in het ziekenhuis.

    Tekenen van een vroeggeboorte
    Bij de volgende signalen is het altijd verstandig contact op te nemen met je gynaecoloog:

    • Pijnlijke harde buiken die zeer regelmatig komen en gaan. Harde buiken zijn normaal in de zwangerschap en zeker bij een tweeling kun je er al vroeg in de zwangerschap last van hebben. Maar onschuldige harde buiken mogen niet echt pijn doen. Ze kunnen best wat vervelend aanvoelen, maar doen niet echt pijn. Mocht je echt pijnlijke harde buiken krijgen die zeer regelmatig (bijvoorbeeld iedere 10-15 minuten) komen, neem dan altijd contact op met je gynaecoloog als het je tijd nog niet is om te gaan bevallen.
    • Menstruatie-achtige krampen. Deze krampen voel je vooral onderin je buik. Het zijn krampen die heel normaal kunnen zijn in de zwangerschap en worden veroorzaakt door de rek op je baarmoederwand en de banden. Merk je dat de krampen erger worden en steeds meer pijn gaan doen, dan kan het een teken zijn dat je gaat bevallen. Meestal wordt je buik dan ook hard. Neem in dat geval altijd contact op met je gynaecoloog.
    • Lage rugpijn die komt en gaat. Lage rugpijn komt heel vaak voor in de zwangerschap en zeker bij een tweeling kun je er flink last van hebben. Maar lage rugpijn die regelmatig komt en gaat (bijvoorbeeld iedere 10-15 minuten) kan een teken zijn dat je gaat bevallen. Zeker als de pijn niet weggaat bij een veranderende houding is het verstandig om je gynaecoloog te bellen. Meestal gaat deze lage rugpijn samen met het hard worden van je baarmoeder. Als je baarmoeder ontspannen is kun je de wand een stukje indrukken. Bij een harde baarmoeder kun je de wand van je buik niet indrukken, het voelt echt als een keiharde ballon.
    • Het onverklaarbaar verliezen van vocht uit je vagina. Tijdens de zwangerschap heb je vaak meer vaginale afscheiding dan buiten de zwangerschap, dit is heel normaal en niets om je zorgen over te maken. Deze afscheiding kan soms met scheutjes naar buiten komen. Het is wel zaak om te controleren of het afscheiding of vruchtwater is. Normale afscheiding kan waterdun zijn, maar is altijd wel iets plakkerig. Als je het tussen duim en wijsvinger doet en je haalt je duim en wijsvinger voorzichtig uit elkaar dan voel je dat het iets plakkerig is. Vruchtwater is niet plakkerig. Bovendien ruikt vruchtwater heel anders dan afscheiding, men noemt het altijd een wee-zoete geur. Daarnaast zitten er in vruchtwater vaak witte vlokjes, zeker als je te vroeg bevalt kun je die duidelijk zien. Vruchtwater hoeft echt niet in één keer met een hele plons te komen, het kan ook heel geleidelijk gaan, iedere keer als je opstaat, hoest of niest verlies je een scheutje. Ook kun je ongemerkt urine verliezen. Door de druk van het kindje op je blaas kun je scheutjes urine verliezen, ook al ben je net naar toilet geweest. Verlies je vocht en weet je niet zo goed wat het is, ruik eraan, voel eraan en kijk of je erachter kunt komen of het normale afscheiding of urine is. Blijf je twijfelen, bel dan altijd je gynaecoloog om met hem te overleggen. Probeer in dat geval ook wat vocht op te vangen in een doorzichtig glaasje zodat de gynaecoloog kan zien wat je verliest.

    Transfuseur-tranfusé syndroom (TTS)

    Deze complicatie komt (zeer zelden) alleen voor bij eeneiïge tweelingen die samen één placenta hebben.

    De placenta bestaat wel uit twee delen en ieder deel voorziet één kind van bloed (en dus voeding en zuurstof). Bij zo’n placenta zijn er altijd bloedvatverbindingen tussen de twee delen van de placenta. Het kan in zo’n situatie voorkomen dat er meer bloed van het ene kind naar het andere gaat dan er terugkomt. Het gevolg is dat één van de kinderen te weinig bloed krijgt en de ander teveel.

    Het kind dat te weinig bloed krijgt (de tranfuseur) krijgt bloedarmoede en groeit daardoor minder goed. Ook het bloedvolume wordt te laag waardoor de nieren minder bloed krijgen en het kind minder gaat plassen. Het vruchtwater rond dit kind neemt dan af (dit is alleen merkbaar als er wel een dun vlies tussen beide kinderen zit). Als het kind veel te weinig bloed krijgt gaat het hartje minder goed werken, in het ergste geval kan deze complicatie het overlijden van deze baby tot gevolg hebben.

    Ook de baby die teveel bloed krijgt ondervindt hiervan complicaties. Het hart kan het teveel aan bloed niet aan waardoor het minder goed gaat werken en er vochtophoping optreedt in het lichaam. De nieren gaan harder werken waardoor de baby meer gaat plassen en er een teveel aan vruchtwater ontstaat rond deze baby. Hierdoor ontstaat er soms een extra snelle groei van de baarmoeder wat weer tot vroeggeboorte kan leiden.

    Gelukkig komt TTS erg weinig voor. Als je gynaecoloog vermoedt dat er sprake is van TTS (bijvoorbeeld omdat er een groot verschil in groei of vruchtwater is) zal hij je verwijzen naar een academisch of ander gespecialiseerd ziekenhuis voor verdere begeleiding.

    De behandeling van TTS is gecompliceerd. De uitkomst van de zwangerschap is zorgelijk.

    Eerder stoppen met werken bij tweeling zwangerschap.

    Door de eerder genoemde bewegingsbeperkingen is het bijna ondoenlijk om door te werken tot 4 of 6 weken voor de uitgerekende datum, het moment dat normaal gesproken je zwangerschapsverlof ingaat. Dit is voor bijna geen enkele vrouw die een tweeling verwacht vol te houden en bovendien is het niet verstandig.

    Gemiddeld worden tweelingen 3 weken eerder geboren (dus bij 37 weken). Als je dan door zou werken tot 36 weken, dan heb je onvoldoende tijd gehad om je voor te bereiden op de bevalling en zal je merken dat je er eigenlijk nog niet aan toe bent om moeder te worden.
    Omdat een tweeling heel wat meer van je vraagt na de geboorte is het heel belangrijk dat je goed uitgerust en voorbereid aan de bevalling begint.

    Bovendien komen complicaties als hoge bloeddruk vaker voor bij een tweeling, dit is ook vaak een reden om eerder te stoppen met werken. De meeste vrouwen die een tweeling verwachten komen dan ook al een aantal weken voor het zwangerschapsverlof in de ziektewet terecht.

    Bevalling tweeling

    De bevalling bij een tweeling (of andere meerling) moet altijd in het ziekenhuis onder leiding van de gynaecoloog plaatsvinden.

    Of je al dan niet vaginaal kan bevallen ligt erg aan de ligging van beide baby's.

    Als beide kinderen in hoofdligging liggen (60%), dan is een vaginale bevalling meestal geen probleem. Als het eerste kind (dus degene die als eerste geboren zal worden) in stuitligging ligt dan zal de gynaecoloog de risico’s met je bespreken en jullie de keuze geven voor een vaginale bevalling of een keizersnede.

    Natuurlijk kan het ook zo zijn dat de gynaecoloog de risico’s van een vaginale bevalling te hoog vindt en een keizersnede adviseert (zie medische complicaties in de zwangerschap: stuitligging).

    Vaginaal bevallen bij een tweeling

    Als het eerste kind in hoofdligging ligt en het tweede kind in stuitligging, dan zal je gynaecoloog de risico's met je bespreken en veelal de keuze aan jullie laten of je een vaginale bevalling of een keizersnede wenst.
    De vaginale bevalling (bij goede ligging van de kinderen) verloopt meestal niet veel anders dan de bevalling van een éénling.

    Uit voorzorg wordt vaak al wel een infuus ingebracht omdat de extreme rek van de baarmoeder er soms voor zorgt dat de baarmoeder wat luier is dan normaal.
    Als de weeën goed zijn en de ontsluiting normaal vordert zullen er geen medicijnen in het infuus worden gedaan, het zogenaamde waakinfuus. Maar men brengt het infuus wel uit voorzorg aan om heel snel weeversterkende medicijnen te kunnen toedienen mochten de weeën afzakken.

    Net als bij  een “normale” bevalling zijn er ontsluitingsweeën nodig om de baarmoedermond te laten ontsluiten. De duur van de ontsluitingsperiode is bij een tweelingbevalling niet anders dan bij een éénling. Bij volledige ontsluiting gaan de ontsluitingsweeën over in persweeën en mag er begonnen worden met persen. Het persen gaat vaak hetzelfde als bij een éénlingbevalling, soms wat sneller omdat de kindjes meestal wat kleiner zijn.
    Als het eerste kindje geboren is, controleert de gynaecoloog de ligging van het tweede kindje.

    Mocht deze ligging opeens heel anders zijn dan voor de bevalling (het komt een enkele keer voor dat het tweede kindje scheef gaat liggen als de eerste eruit is), dan zal de gynaecoloog proberen dit kindje goed te leggen (hoofd- of stuitligging).
    Lukt dit niet en blijft het tweede kindje bijvoorbeeld dwars liggen, dan moet er alsnog een keizersnede gedaan worden voor het tweede kindje.
    Meestal ligt het tweede kindje er net zo voor als voor de bevalling en kan deze ook vaginaal geboren worden.

    Het wachten is dan op de persweeën voor het tweede kindje, dit kan soms even duren. Als dit te lang duurt zal er alsnog een weeversterkend medicijn (oxytocine) in het infuus gedaan worden om de persweeën op te wekken. Het persen voor de tweede duurt meestal beduidend minder lang dan voor de eerste. Dit komt omdat de eerste de weg al gebaand heeft en het bekken en de vagina makkelijker doorgankelijk zijn voor de tweede.

    Nadat beide kinderen geboren zijn is het wachten op de geboorte van de moederkoek (placenta). Doordat de baarmoeder al zoveel werk heeft gedaan willen de weeën om de placenta geboren te laten worden wel eens achterwege blijven. Dit is het moment dat er vaak alsnog wee-opwekkende medicijnen in het infuus gedaan worden om te voorkomen dat er teveel bloedverlies optreedt of de placenta niet loslaat.

    Complicaties bij een tweelingbevalling

    • Weeënzwakte: door de extreme rek van de baarmoeder kan zij minder goede en krachtige weeën geven. Hierdoor voelt de vrouw de eerste periode van weeën vaak niet als echt pijnlijk en is er vaak een infuus met wee-opwekkende middelen nodig om de laatste centimeters ontsluiting te laten vorderen. Ook weeënzwakte na de geboorte van het eerste kind of voor de geboorte van de placenta komt vaker voor.
    • Vastzittende placenta: na de geboorte van de kinderen zie je bij een tweeling vaker dat de placenta niet spontaan geboren wil worden. Hierdoor komt het vaker voor dat de placenta alsnog onder narcose verwijderd dient te worden (zie medische complicaties bij zwangerschap: vastzittende placenta).
    • Nabloeding: Door de extreme rek van de baarmoeder komt het vaker voor dat de baarmoeder na de geboorte van de kinderen en placenta onvoldoende gaat samenknijpen om het wondbed (waar de placenta heeft gezeten) dicht te drukken. Hierdoor kan er overmatig bloedverlies optreden. Meestal heb je al een infuus met wee-opwekkende middelen in. Door de medicijnen via dit infuus op te hogen kan de bloeding meestal tijdig worden gestopt

    Wat is een vanishing twin?

    Als iedere zwangere vrouw al heel vroeg in de zwangerschap een echo zou krijgen dan zouden we veel meer tweelingen zien dan later in de zwangerschap.

    Het blijkt namelijk dat er van oorsprong nog al eens een tweeling in de baarmoeder zit, maar dat één van de vruchtjes afsterft. Dit verschijnsel wordt een 'vanishing twin'  genoemd.

    Eigenlijk moet dit gezien worden als een miskraam van één van de vruchtjes, maar omdat het andere vruchtje zich normaal verder ontwikkelt blijft de zwangerschap bestaan en merkt de a.s. moeder er niets van.

    Soms kan dit wel een oorzaak zijn van bloedverlies in de vroege zwangerschap, terwijl we met de echo een intacte éénling zwangerschap zien.

    Als bij ongeveer 7 weken zwangerschap een echo wordt gemaakt en er wordt een tweeling gezien, dan groeit bij 10 tot 20% van de zwangerschappen één van de vruchtjes niet door. Dit uit zich niet in een miskraam, behalve wat bloedverlies (hoeft niet), merkt de a.s. moeder er vaak niets van.

    Het lichaam ruimt het overleden vruchtje op, bij de bevalling is er meestal niets van terug te vinden. Het andere vruchtje groeit meestal gewoon verder en voor zover bekend zijn er geen extra complicaties te verwachten.

    Vroeg in de zwangerschap worden er met de echo veel meer tweelingen gezien dan er geboren worden.

    Dit bericht delen of bewaren?

    Deel dit bericht via Facebook, Twitter, e-mail of WhatsApp. Later lezen of zelf bewaren? Mail het dan naar jezelf.

    Met een zelfverzekerd gevoel bevallen?
    In deze cursussen antwoorden op al jouw vragen.

    Gerelateerde berichten
    Alcohol In De Zwangerschap Kan 1 Glaasje Kwaad
    Alcohol in de zwangerschap

    Wat doen alcohol met je baby in de zwangerschap?

    Echo
    Echo

    Welke echo's kun je in de zwangerschap krijgen en welke zijn standaard?

    Pretecho, Waar Let Je Op Als Je Een Pretecho Wilt Laten Maken
    Pret echo

    Als je een pretecho wilt laten maken zijn er een aantal dingen die je van te voren moet weten en Lees meer

    zelf hartje luisteren
    Zelf naar het hartje luisteren baby

    Als partner kun je prima zelf het hartje luisteren van je baby. Wij leggen uit hoe.

    zwangerschapscontroles
    Wel of niet mee op controle

    Gaat je partner mee op controle en zo ja hoe vaak dan?

    zwanger en boos
    Hoe verandert een vrouw in de zwangerschap?

    Voor jou als partner is het soms best moeilijk om de veranderingen van je zwangere vrouw bij te benen.