Babyvoeding

Vanaf wanneer kun je vaste voeding introduceren?

Tussen de 4 tot 6 maanden zal je baby signalen geven toe te zijn aan vaste voeding. Waar begin je mee en wat moet je vooral nog even laten staan?

Babyvoeding

Vanaf wanneer kun je vaste voeding introduceren?

Tussen de 4 tot 6 maanden zal je baby signalen geven toe te zijn aan vaste voeding. Waar begin je mee en wat moet je vooral nog even laten staan?

Ergens tussen de 4 en de 6 maanden zal je baby aan vaste babyvoeding toe zijn en kun je vaste babyvoeding gaan introduceren.

Er bestaat geen eenduidigheid over wat nu de beste leeftijd is om met vaste voeding te beginnen en de meningen zijn de afgelopen jaren ook vaak veranderd en bijgesteld.

De meest geaccepteerde mening is dat het verstandig is het introduceren van vaste voeding in elk geval uit te stellen tot je baby 4 maanden oud is.

Vóór de 4 maanden zijn de darmen nog niet voldoende ontwikkeld om andere voeding dan fles- of borstvoeding goed te kunnen verteren. Geef dus niets anders dan fles- of borstvoeding als je baby nog geen 4 maanden oud is.

Vóór de 6 maanden hebben baby's in principe geen andere voedingsstoffen nodig dan borst- of flesvoeding.

Na 6 maanden krijgt je baby wel behoefte aan meer calorieën en andere voedingsstoffen naast melk, zoals bijvoorbeeld ijzer. De ijzerreserves die je baby heeft meegekregen van de moeder raken dan langzaam op.

Er zijn aanwijzingen dat borstvoeding te weinig ijzer bevat en je baby vanaf 6 maanden bijvoeding nodig heeft.

Als je baby vóór de 6 maanden aangeeft behoefte te hebben aan bijvoeding mag je vanaf 4 maanden beginnen met het introduceren van vaste voeding.
Het hoeft nog niet, is je kindje tevreden met alleen borstvoeding of flesvoeding dan is dit prima!

Tot 2012 adviseerden we kinderen waarbij er allergieën voorkomen in de familie om niet voor de 6 maanden te starten met bijvoeding.
Inmiddels is bekend dat het aanbieden van andere voedingsstoffen bij deze kinderen juist in hun voordeel kan werken: door voor de 6 maanden te starten met bijvoeding kan het immuunsysteem wennen aan allergenen.

Dit zijn signalen dat je baby toe is aan vaste babyvoeding:

  • Hij kan rechtop zitten
  • Hij kan dingen oppakken en gericht in zijn mond stoppen
  • Hij wil niet drinken (terwijl hij niet ziek is of last heeft van tandjes die doorkomen)
  • Hij maakt smakgeluidjes en hapbewegingen
  • Hij heeft veel interesse in wat jij eet
  • De kokhalsreflex is afgenomen. Bij jonge baby’s bevindt de kokhalsreflex zich voor in de mond. Op het moment dat er vaste voeding in zijn mondje wordt gestopt reageert hij door dit eruit te duwen in plaats van het door te slikken. Later neemt de kokhalsreflex af, en slikt hij vastere voeding gemakkelijker door. Duwt jouw kindje de voeding naar buiten, slikt hij de voeding nog niet gemakkelijk door en is hij nog geen zes maanden? Wacht dan nog met het aanbieden van vastere voeding en probeer het na een paar weken opnieuw.

Als er meer vast voeding wordt aangeboden, zal de ontlasting van de baby veranderen.

Hij zal minder vaak een poepluier hebben en het zal sterker ruiken. Daarnaast zal de ontlasting donkerder van kleur worden. Het is overigens heel normaal dat je stukjes onverteerd voedsel in de ontlasting van de baby terugvindt.

Overzicht onderwerpen

    Het eerste babyhapje

    Tips voor het eerste babyhapje:

    Er is geen vaste volgorde met welke voeding je begint als je baby toe is aan vaste voeding, maar meestal beginnen we met groente of fruit.

    Het is normaal dat de ontlasting een andere kleur krijgt en sterker ruikt zodra een kindje bijvoeding krijgt.

    Geef het eerste hapje na een fles of borst, dus niet als hij erg hongerig is. Een paar lepeltjes per keer is voldoende. De eerste hapjes zijn meer kennismaken dan eten.

    Het is voor een baby natuurlijk ook gek om voor het eerst een harde lepel in zijn mond te krijgen, en dan nog met een nieuw smaakje erop ook!

    Het fruit- of groentehapje vervangt nog geen volledige melkvoeding.

    Baby’s wantrouwen van nature iets nieuws en moeten aan iets nieuws wennen.

    Zij waarderen een nieuwe smaak vaak pas na een keer of tien. Het kan dus lang duren voordat ze iets lekker gaan vinden, denk dus niet te snel: ‘lust hij niet’, maar neem er de tijd voor en biedt het een andere keer opnieuw aan.

    Als je borstvoeding geeft of hebt gegeven, heeft jouw baby via de moedermelk al kennisgemaakt met jullie gezinspot, en zijn de smaakjes al iets vertrouwder.

    Je kunt jouw kindje het eerste hapje geven terwijl hij bij jou op schoot zit, die houding is hij gewend als ‘eethouding’.

    Het kan ook handig zijn om hem eten te geven terwijl hij bij iemand anders op schoot of in een babystoeltje zit, omdat je hem zo kunt aankijken en goed kunt zien hoe hij kauwt en slikt. Houd er rekening mee dat er meer hapjes op de slab dan in het maagje terechtkomen.

    Het fruit- of groentehapje vervangt nog geen volledige melkvoeding.

    Als jouw kindje nog geen zes maanden oud is, is het nog kennismaking, hij heeft de voeding nog niet echt nodig.

    Heeft hij geen interesse, stel het hapje dan nog een tijdje uit of probeer het bijvoorbeeld eens tijdens etenstijd als de baby de rest van het gezin kan zien eten.

    Zien eten doet soms eten, hoe klein je ook bent!

    Het kan ook zijn dat je baby nog niet toe is aan vaste voeding, wacht altijd met het geven van vaste voeding tot je baby aangeeft hieraan toe te zijn.

    Langzaam maar zeker kun je de baby grotere hoeveelheden geven.

    Laat je baby zelf bepalen hoeveel hij wil eten, dwing niet om te eten.

    Net als volwassenen hebben baby’s voorkeur voor bepaalde voedingsmiddelen. Blijf tijdens het eten bij jouw baby in de buurt. Hoewel de meeste baby’s een uitstekende kokhalsreflex hebben, kan verslikken altijd voorkomen.

    Extra aandacht voor voeding baby

    Suiker levert wel calorieën maar bevatten verder geen nuttige voedingsstoffen. Wees dus  zuinig met toegevoegde suikers in vruchtensappen en in heel veel andere voedingsmiddelen. Kijk altijd op het etiket, benamingen die je voor suiker kunt tegenkomen zijn: fructose, glucose, dextrose, sucrose, glucosestroop.
    Ook fruit (dus ook ongezoet vruchtensap) bevat veel (vruchten)suiker. Beperk fruit en vruchtensap tot de aanbevolen hoeveelheden, teveel fruit maakt dik!
    Zoetstof
    In veel producten is zoetstof verwerkt. Er zijn twee typen zoetstoffen:

    • Extensieve zoetstoffen (polyolen) leveren ongeveer evenveel energie als suiker. Voorbeelden zijn de zoetstoffen sorbitol, xylitol en maltitol. Deze zoetstoffen hebben geen voordelen boven suiker. Ze kunnen buikpijn en diarree veroorzaken.
    • Intensieve zoetstoffen zijn vijftig tot vijfhonderd keer zoeter dan suiker. Voorbeelden zijn acesulfaam-K, cyclamaat, saccharine en aspartaam. Ze worden onder meer toegepast in frisdrank en toetjes.

    Per zoetstof is een Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) vastgesteld voor iedere leeftijdsgroep. Jonge kinderen bereiken relatief snel de veilige grens van de zoetstoffen cyclamaat en polyolen (zoals sorbitol). Geef deze zoetstoffen dus niet aan jonge kinderen. Er is geen reden om de andere zoetstoffen wel te geven, maar het kan geen kwaad als je kind af en toe wat van deze zoetstoffen binnenkrijgt.
    Honing
    Honing is gevaarlijk voor een baby. Honing kan botulismesporen bevatten. Botulisme is een ernstige ziekte die zelfs tot de dood kan leiden. Geef geen honing aan een kindje dat jonger is dan één jaar.
    Zout
    Zout is schadelijk voor ons lichaam, ook voor dat van de baby. Kook dus zonder zout en vermijd producten waar veel zout in zit zoals: kant en klaar maaltijden, soep uit blik of een pakje, kruidenmengsels, crackers, chips en zoute stengels.
    Gluten
    Sommige kinderen reageren overgevoelig op gluten (eiwitten uit granen). Daarom wordt meestal geadviseerd om pas na zes maanden producten te geven waarin gluten voorkomen (beschuit, brood, macaroni, bloem). De granen tarwe, haver, rogge en gerst bevatten gluten.
    Nitraat
    Sommige groentesoorten bevatten veel nitraat. Tijdens het bewaren en opwarmen van deze groentesoorten kan het nitraat in nitriet worden omgezet. Nitriet kan bij jonge kinderen ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken. Nitraatrijke groentes zijn: andijvie, bietjes, bleekselderij, paksoi, postelein, sla, spinazie, snijbiet en venkel. Geef deze groentes niet als jouw kindje nog geen zes maanden is. In potjes babyvoeding worden deze groentes soms wel gebruikt, maar dan is gecontroleerd of het nitraatgehalte niet te hoog is. Geef, als je kindje ouder is dan 6 maanden, maximaal twee keer per week een nitraatrijke groente.
    Vet en calorieën
    Misschien let je zelf op de hoeveelheid vet in je voeding. Prima. Jonge kinderen hebben echter wel voldoende vet nodig. Vloeibare en zachte vetten bevatten de goede (=onverzadigde) vetsoorten die jouw kindje nodig heeft om zich goed te ontwikkelen. Voeg een theelepel olie of zachte margarine uit een kuipje aan de warme maaltijd toe of gebruik dit om het vlees in klaar te maken. Besmeer de boterham met margarine uit een kuipje.
    Verrijkte voedingsmiddelen
    Kinderkoeken met extra ijzer, halvarine met extra calcium, limonadesiroop met extra vitamine C, yoghurt met probiotica. Het klinkt allemaal mooi, maar een jong kindje heeft deze producten niet nodig als hij een normale gezonde gevarieerde voeding krijgt. Het is geen bezwaar om deze producten, in normale hoeveelheden, wel te gebruiken.
    Vitamine-preparaten
    Vitamine D is nodig voor een goede opbouw van botten en tanden. Alle kinderen hebben tot ze vier jaar zijn extra vitamine D nodig. De aanbevolen hoeveelheid is 10 microgram per dag. Jouw kindje heeft geen andere vitamine en mineralensupplementen nodig.
    GEVAARLIJK
    Sommige producten kun je beter niet geven voordat je kindje vier jaar oud is, in verband met het gevaar van verstikking:
    Hele noten
    Hele druiven
    Popcorn
    Muesli
    Een volle lepel pindakaas
    Sommige rauwe groenten kunnen in grote stukken afbreken, zoals rauwe wortel en bleekselderij.

    Vegetarisch eten baby

    Vegetarische eten voor een baby is zeker mogelijk.

    Als jouw kindje de aanbevolen hoeveelheden voeding gebruikt, krijgt hij voldoende eiwit binnen, ook als hij geen vlees eet.

    De hoeveelheid ijzer vraagt wel aandacht.

    Om deze reden heeft vanaf zes maanden opvolgmelk de voorkeur boven de start- zuigelingenvoeding.

    Vitamine C helpt om het ijzer goed op te nemen in het lichaam, daarom is het aan te raden om bij iedere maaltijd groente of fruit te gebruiken.

    Verder kun je tahoe, quorn, peulvruchten en sojabrokjes geven.

    Kant-en-klare vleesvervangers bevatten meestal veel zout of zijn pittig gekruid. Geef deze daarom pas vanaf een jaar.

    Wil je je kindje wel ei en/of vis geven? Zet dit dan regelmatig op het menu in verband met ijzer, vitamine B12 en de belangrijke omega-3-vetzuren (in vis), bijvoorbeeld 1 x per week een half ei en 2 x per week vis.

    Babyvoeding 4 tot 6 maanden

    Begin niet te vroeg, maar zeker ook niet te laat met het eerste hapje te geven aan je baby!

    Ieder kind is uniek en heeft zijn eigen tempo. Het eerste hapje is pas echt nodig als jouw kindje zes maanden is.

    De volgende signalen kunnen erop duiden dat jouw kindje toe is aan vaste voeding:

    • Hij kan rechtop zitten
    • Hij kan dingen oppakken en gericht in zijn mond stoppen
    • Hij wil drinken (terwijl hij niet ziek is of last heeft van tandjes die doorkomen)
    • Hij maakt smakgeluidjes en hapbewegingen
    • Hij heeft veel interesse in wat jij eet
    • De kokhalsreflex is afgenomen.Bij jonge baby’s bevindt de kokhalsreflex zich voor in de mond. Op het moment dat er vaste voeding in zijn mondje wordt gestopt reageert hij door dit eruit te duwen in plaats van het door te slikken.

      Later neemt de kokhalsreflex af, en slikt hij vastere voeding gemakkelijker door. Duwt jouw kindje de voeding naar buiten, slikt hij de voeding nog niet gemakkelijk door en is hij nog geen zes maanden? Wacht dan nog met het aanbieden van vastere voeding en probeer het na een paar weken opnieuw.

    Geeft jouw kindje signalen dat hij toe is aan vastere voeding?

    Begin met fruit en groenten

    Begin niet te vroeg, maar ook niet te laat

    Te vroeg:
    Borst- of flesvoeding is wat betreft voedingsstoffen volwaardig totdat je baby zes maanden oud is.

    Je kunt om andere redenen (zie onder) wel eerder met bijvoeding beginnen, maar start niet voordat jouw baby vier maanden oud is.

    Babydarmpjes zijn pas na vier maanden voldoende ontwikkeld om andere voeding goed te kunnen verteren.

    Als je alleen borstvoeding geeft, wordt meestal geadviseerd om pas rond de zes maanden met bijvoeding te beginnen.

    Als een baby namelijk ook bijvoeding krijgt, drinkt hij minder moedermelk, waardoor de moedermelkproductie terug kan lopen. Door de combinatie met bijvoeding profiteert jouw kindje ook niet van álle voordelen die borstvoeding hem biedt.

    Te laat (na zes maanden)
    Als jouw kindje zes maanden is, heeft hij wel bijvoeding nodig.

    Behalve dat het leuk is om je kindje bijvoeding te geven, is het ook belangrijk omdat sommige voedingsstoffen, zoals ijzer, dan aangevuld moeten worden.

    Bovendien is het belangrijk dat hij nieuwe smaken leert kennen en zo leert genieten van eten. Zijn mond en tong moeten bij vastere voeding heel andere spierbewegingen maken.

    Bijvoeding is daarom ook heel goed voor de ontwikkeling van de mond motoriek.

    Voorkomen van allergie bij baby's

    Als jouw baby allergisch is, of als er allergieën in de familie voorkomen, dan werd eerder geadviseerd om met bijvoeding te wachten tot de baby zes maanden is.

    Inmiddels weten we dat het juist bij deze kinderen van belang is om op tijd te starten met bijvoeding. Door het imuunsysteem te prikkelen met verschillende voedingsstoffen kan er gewenning (tolerantie) optreden.

    Uit onderzoek blijkt dat kinderen met een hoger risico op een noten- of pinda-allergie, later minder vaak een allergie ontwikkelen als ze al jong noten en pinda’s krijgen. Hetzelfde geldt voor eieren.

    Maar ook voor baby's die geen verhoogd risico hebben op een voedsel allergie is het advies om ze vanaf 4 maanden regelmatig bloot te stellen aan bekende allergenen als pinda's, noten en eieren.

    Start vanaf 4 maanden met het geven van kleine beetjes pinda aan je baby.

    Doe dit door te starten met het toevoegen van een mespuntje, liefst ongezoete, pindakaas aan bijvoorbeeld het fruithapje.

    Als dit geen probleem oplevert geef je steeds een klein beetje meer tot je uiteindelijk 3 theelepels pindakaas per week aan je baby geeft.
    Pas als je weet dat de pinda's geen probleem zijn ga je notenpasta introduceren op dezelfde manier als je eerder pindakaas hebt gedaan.

    Als beiden geen problemen opleveren start je met het geven van een heel klein stukje ei. Na een paar dagen geef je een iets groter stukje tot je een heel ei per week geeft aan je baby.

    Geeft je kind tekenen van voedsel overgevoeligheid,  overgeven, diarree, verstopping, eczeem, darmkrampen, veel huilen en onrust en niet willen eten of drinken, nadat je een nieuw voedingsmiddel hebt geïntroduceerd, stop dan met het geven van deze voeding en overleg met je huisarts of er nader onderzoek nodig is.

    Bedenk dat de tekenen van voedsel overgevoeligheid ook voorkomen zonder dat er sprake is van allergie, bijvoorbeeld na een inenting, als je kind gewoon een dagje niet lekker is of tanden krijgt bijvoorbeeld.

    Babyvoeding 6 maanden

    Tijd om de voeding voor je baby van 6 maanden uit te breiden!

    Jouw kindje heeft nu andere voeding nodig dan alleen moedermelk of volledige zuigelingenvoeding omdat de voorraad van sommige voedingsstoffen, zoals ijzer, aangevuld moeten worden.

    Bovendien is het belangrijk dat hij nieuwe smaken leert kennen en zo leert genieten van eten.

    Bijvoeding is ook heel goed voor de ontwikkeling van de mond motoriek omdat jouw kindje zijn mond en tong moet gebruiken om de hapjes te verwerken.

    Wordt het de eerste keer dat jouw kindje bijvoeding krijgt, dan kun je beginnen met groente of fruit.

    Is hij hier al aan gewend, dan kun je de warme maaltijd uit gaan breiden.
    Je kunt pap geven die gemaakt is van afgekolfde moedermelk of volledige zuigelingenvoeding.

    Jouw kindje kan nu ook aan een boterhammetje beginnen, zie brood

    Wat geef je je kindje te drinken? Borst- of flesvoeding is de belangrijkste bron van vocht, daarnaast kun je wat andere drankjes gaan aanbieden.

    Bijvoeding is ook heel goed voor de ontwikkeling van de mond motoriek omdat jouw kindje zijn mond en tong moet gebruiken om de hapjes te verwerken.

    Babyvoeding 8 maanden

    Voor een goede mond motoriek biedt je een baby van 8 maanden oud steeds grovere voeding aan.

    Op deze leeftijd kan jouw kindje grof gesneden of geprakte voeding eten, maak het eten niet te fijn.

    Het is belangrijk dat hij op deze leeftijd voldoende te kauwen krijgt. Krijgt hij een pap maaltijd? Vervang deze dan nu door een broodmaaltijd.

    Voor de ontwikkeling van de mond motoriek is het belangrijk dat jouw baby steeds grotere stukken voedsel aangeboden krijgt.

    Vanaf zeven maanden hoeft de structuur van de maaltijden niet meer zo fijn van structuur te zijn. Kleine, zachte stukjes stimuleren juist het kauwen van je kind.

    Vanaf 8-10 maanden kan je baby grof geprakt voedsel eten.

    Pureer de voeding dan ook niet langer, juist in deze periode is een kindje gevoelig om te leren kauwen, benut deze periode daarvoor. Het ontwikkelen van de kauwspieren is heel belangrijk.

    Je kunt steeds grotere stukken voeding aanbieden, gewoon in het handje is vaak heel leuk voor jouw kindje.
    Het is natuurlijk even wennen om een baby met een stronkje gekookte broccoli in de hand te zien zitten. Het veroorzaakt ook vast wat meer schoonmaakwerk, maar een kindje is al snel in staat om vast voedsel met de hand eten.

    Misschien ben je bang dat jouw kindje zich eerder verslikt in grote stukken. De meeste baby’s hebben echter een uitstekende kokhalsreflex.

    Weet je dat verslikken eerder met vloeibare of gemakkelijk opzuigbare voeding gebeurt dan met stukjes?
    Geef alleen gekookte groente, van rauwe groente kunnen harde stukjes afbreken.

    Vanaf 8 maanden is het goed om een baby te leren drinken uit een open beker.

    Het drinken uit een open beker of een rietje vraagt andere motorische vaardigheden dan drinken uit een fles of tuitbeker.

    Laat je kind uit verschillende soorten bekers drinken, zodat hij alle vaardigheden goed ontwikkelt.

    Babyvoeding 10 maanden

    Vanaf 10 maanden is het niet verstandig je dreumes nog langer te laten drinken uit een zuigfles.

    Het zuigen uit een fles stimuleert de mond motoriek niet voldoende en kinderen die lang uit een fles drinken hebben daardoor meer kans op slappe mondspieren.

    Daarnaast is het belangrijk dat een kind leert hoe hij een gezonde slikbeweging kan maken.

    Kinderen die nog veel zuigen maken vaak ook bij het slikken een voor- achterwaartse beweging met de tong in de mond, net als bij het zuigen.
    Op den duur geeft dat veel druk op de tanden en kunnen die vooruit gaan staan. Dit kan weer nadelige gevolgen voor de verstaanbaarheid hebben.

    Dezelfde problemen met de mondontwikkeling kunnen ontstaan bij veelvuldig en langdurig gebruik van de speen of bij duimen.

    Babyvoeding 12 maanden

    Je dreumes van 12 maanden oud

    Je kunt nu gewone melkproducten geven. Geef hiervan niet te veel, maar ook niet te weinig. Een goede hoeveelheid is 300 ml per dag.

    Vanaf de leeftijd van één jaar wordt je kindje steeds actiever en heeft hij veel energie nodig.

    Hij kan nu in principe alles eten, maar een verantwoorde samenstelling van de voeding blijft belangrijk.
    Stimuleer hem op zijn ontdekkingsreis naar nieuwe smaken.

    Meer lezen

    Vitamine K voor je baby
    Regeldagen baby
    Flesvoeding en bijvoeding
    Borstvoeding
    Borstvoeding in de kraamdagen
    Borstvoeding & kolven

    Dit bericht delen of bewaren?

    Deel dit bericht via Facebook, Twitter, e-mail of WhatsApp. Later lezen of zelf bewaren? Mail het dan naar jezelf.

    Je baby leren kennen? Weer fit worden na je bevalling? Ontdek onze cursussen.

    Gerelateerde berichten
    borstvoeding en alcohol
    Alcohol borstvoeding

    Hoe zit het met alcohol en borstvoeding, kan af en toe een glaasje of is alcohol en borstvoeding echt een Lees meer

    zwangerschapsverlof voorbij
    Weer aan het werk na bevalling

    Weer aan het werk, het vraagt veel organisatie, lees onze tips om je dag goed te starten

    Borstvoeding Vraag En Antwoord, Regeldagen, Krijgt Mijn Baby Wel Genoeg Voeding 2
    Borstvoeding na de 6e maand

    Heeft je baby genoeg aan borstvoeding als hij 6 maanden oud is?

    geboorteaangifte
    De baby aangeven

    Wat neem je mee en hoe werkt het?

    jaloers op baby
    Jaloers zijn

    Betrap jij, als partner , je er wel eens op dat je jaloers bent op de baby?

    lachen baby
    Lachen van de baby

    De eerste weken lacht een baby reflexmatig, niet bewust. Vanaf wanneer gaat een baby echt lachen?